Een extra bulletin om mijn nieuwste sponsor te introduceren: Henk Jager Podologie.

Zoals regelmatige lezer wel weten was het een moeilijk voorjaar. Na een stressfractuur aan mijn voet werd ik tijdens mijn herstel teruggeworpen door nieuwe voetklachten. Na een MRI bleek dat het kraakbeen in 1 van mijn tenen ervandoor was gegaan. Dit is mede veroorzaakt doordat mijn voorvoet iets is ingezakt, in combinatie met al het gedraaf wat ik doe.

Op advies van sportarts Stijn en fysio Dannie ging ik langs bij Henk Jager, podoloog aan het boterdiep (en op vele andere plekken). Bij binnenkomst was er meteen een klik en was ik onder de indruk van hoe Henk de zaken aanpakt. Meedenken met de atleet en na een eerste afspraak waar afdrukken werden gemaakt van mijn voeten, liep ik al snel na aanvang van de 2e afspraak de deur uit met 3 paar zolen.  2 voor het hardlopen en 1 paar voor het fietsen. Uitproberen en terugkomen was het devies.

De terugkomafspraak was grondig. Loopstijl bekijken en aanpassingen doen in de zolen. Zodat ik nog beter mijn trainingen kon doen.

Ik geef toe dat ik niet ‘s werelds grootste fan was van het concept van zolen, maar mijn ervaringen zijn zeer positief. Zonder deze zolen zou ik niet de afstanden kunnen lopen zoals ik dat wil, in het tempo dat ik wil.Dan was ik zeker niet gestart, volgende week, bij de Norseman Extreme Triathlon.Echte lifesavers dus.

Bedankt Henk!

Henk Jager Sportpodologie

Dat zijn ze. Goed gebruikt.

Zondag 14 juli was mijn laatste koers voor de Norseman. Een sprint waarvan ik dacht dat het een OD was, voor het Eerste Divisie team van GVAV Triathlon.

Samen met HJ dachten we ons cluppie een handje te helpen bij een matige stand in het klassement. Daarnaast zou het mijn laatste “big” weekend zijn voor de Norseman. Vrijdagmiddag vertrokken we al naar Voorthuizen vlakbij Ermelo. Een mooi klein huisje wat de uitvalsbasis zou zijn.

Zaterdag vertrok ik al vroeg voor de Vuursche Vallei Toertocht. Een mooie tocht van 150km met daarbij de 15 kilometer aan- en afrij erbij en we hebben een training! Vanaf het begin al koers want ik kom in een peloton met verschillende clubs terecht maar de benen zijn erg goed. Het weer is lekker en ik doe meer mijn best dan vooraf de bedoeling was, but when in Rome….

Na een relaxte middag, avond en ochtend vertrekken we naar Utrecht voor de triathlon. Net iets te laat kom ik aan, en een relaxte voorbereiding is het niet. Gelukkig is er hulp van de teamboss Der Niko, zodat chipjes en startnummers terecht komen, en met dank aan HJ vind ik mijn weg in de 2 aanelkaargelegen (…..) parc fermées.Een flinke Groningse afvaardiging, met d’n Oeff, Sam Kamminga, HJ Stuut en “Der Praeses”, want ook ons andere cluppie GSTV Tritanium is present met een sterk team en vooral erg vette truckerscaps. Stylish heren.

Ik vind mijn weg richting de start waar ook de jury het rustig aan doet, en er niet al teveel belang in ziet om de atleten te laten inzwemmen. Eerst briefing, maar daar wachten we mee tot 2 minuten voor de starttijd. Daarna is het lang wachten, aangezien er geen fysieke startlijn is, en een groot aantal atleten die vooraan wil liggen niet lijkt op te merken dat er tegen hun gepraat wordt. This is going to take a while.

Daar ergens tussen

Het verbaast me dan al hoeveel mensen pal vooraan gaan liggen. Self seeding staat niet in ieder woordenboek. Ik vrees het ergste en ik krijg gelijk, het wordt één grote worstelpartij. Oh well…. Na 3oo meter in de wasmachine krijg ik een aantal klappen op mijn kop.
Mijn stelregel is helder. 1x; kan gebeuren. 2x; is irritant. 3x; dan doe je het met opzet en ben je zelf verantwoordelijk voor de gevolgen. Ik probeer de atleet in kwestie op subtiele wijze ervan te overtuigen dat dit niet het de juiste manier is en dat het beter is dat hij een halve meter opschuift.

Dit resulteert in het uitwisselen van ongetwijfeld goedbedoelde duwtjes, grepen en andersoortige opschalingen in de geweldsspiraal. Tot beide atleten elkaar toch daarover willen spreken (ik herinner u eraan dat dit tijdens de wedstrijd is), en zich in het water oprichten. Dan realiseren beide atleten zich dat ze niet alleen teamgenoten, maar ook dikke matties zijn en rap de weg voortzetten. Dit is er weer 1 voor in de Dolsma/Veenstra avonturenboek.

Uiteindelijk voel ik me eigenlijk constant matjes tijdens het zwemmen en kom als 15e het water uit, kort achter HJ. Ik heb geen idee waar ik lig in de wedstrijd.

Op de fiets zie ik wat atleten voor me en ik zet de achtervolging in. Ik ben geen ster in dit korte werk en heb moeite mijn ademhaling onder controle te krijgen. Kom wat op gang en begin wat mensen in te halen.

Al gauw valt op dat er volop gestayerd wordt. Ik haal mensen in maar die raak ik niet kwijt. Plukjes komen bijelkaar en komen kop over kop over mij heen. Ik wijs ze beschaafd (sic) op dat hun acties niet overeenkomen met de heersende mores van de sport, maar daar trekt niemand zich wat van aan. Ik weiger en fiets op legale afstand achter het peloton aan. Helaas laat ik me hierdoor afleiden (stond op het punt de brui eraan te geven). Alleen Dirk Wijnalda heeft de benen om het spul los te rijden. Noot: geen Jurymotor in zicht.

Balend op de fiets

Grootste fout; ondanks de aanwezigheid van ITU heldin Danne Boterenbrood als supporter ben ik niet zo slim dat ik me vooraan de groep meldt als we T2 naderen. Pure onoplettendheid wat me wellicht een plek kost. Ik wissel wederom matig (beide wissels 10s verliezen op bijvoorbeeld HJ), en zet er toch maar de sokken in. Vooral de aanmoedigingen van toppers Stefanie en Danne klinken boven alles uit. Nice! Ik loop lekker en weet nog aardig wat mensen op te rollen en zie bij het keerpunt dat ik redelijk vooraan de wedstrijd lig. Who knew!

Uiteindelijk word ik nog ingehaald door de snelste loper van de dag en finish ik 6e. Niet onaardig. ik weet dat ik beter kan, mits uitgerust, scherper en non-stayer.

HopHopHop

Na de finish is het gezellig met een hoop bekende gezichten. Zonnetje in het gezicht, good life. Dolsma wordt 3e, chapeau!!!!! Mooi punten gescoord.
Maar wacht.

Het trainingsweekend is nog niet voorbij. Op naar huis. Op de fiets. Wielen wisselen, fietskleding aan, bidonnetjes vullen en go go go.
Volgens Gmaps is het 180km, maar dat is de wandelroute. De realistische route, inclusief fout rijden in het Gooi en brutal headwind in de polder, 15km mrijden omdat het pontje niet vaart in Genemuiden zondagavond en invallende duisternis is ongeveer 210 km. Waar ik bijna 8 uur over doe.

En dan zit ik om 23.20 ‘s avonds aan de pannenkoeken die lief Suzanne maakt. De lekkerste die er zijn.

Uitslag: HIER


Gaustatoppen

Nog een maand en dan is het zover; Norseman Extreme Triathlon. De zwaarste triathlon ter wereld met ruim 5000 hoogtemeters in het parcours. Het merendeel bij het zwemmen, dat spreekt vanzelf.

Gisteren was de bekendmaking van de startnummers. De dames gaan deze keer voor, zij beginnen bij 1. De (Elite) mannen beginnen bij 102, en daar vinden we Dirk Wijnalda terug. Nederlands kampioen, meervoudig Almere winnaar en dus topfavoriet. Ik vind mij terug op 107. Mooi nummer lijkt me. Numerologisch geïnspireerd dat ik ben, vanzelf.

107: Het 28e priemgetal. Het atoomnummer van Bohrium. Politienummer in Hongarije. Model Peugeot. En mijn startnummer dus.

En ondertussen;

De voorbereidingen verlopen fysiek verre van vlekkeloos. Veel vlekken juist, als Fries Stamboekvee.
Na de stressfractuur in het najaar-voorjaar, de knie-bovenbeenblessure van het voorjaar en zomer, de kaakproblemen die overal tussendoor kwamen en ook zomaar ziek, zoals vorige week. Zomergriep. En als de kleine man dan vervolgens ook nog eens slaapproblemen heeft (en jij dus ook) dan wordt je niet zo snel meer fit “als vroeger”.

Dus op het tandvlees door. De laatste voorbereidingen zijn in volle gang. De slaapplaatsen geregeld, het plan gemaakt. Een nieuw pak, en op zoek naar de laatste dingetjes die nodig zijn. Soms wat groter, soms wat kleiner.

Kortom; ik vraag om hulp. Wie heeft;

* Neopreen (zwem) sokken. Mag je dragen daar omdat het water aan de frisse kant is.
* Een voorwiel of wielset, minimaal 50mm en clincher die ik mag gebruiken in Noorwegen. Bijvoorkeur een wielset die wat lichter is dan mijn H3’s.
* Rugzak geschikt voor hardlopen/hiken
* Reflecterend vestje voor op de fiets

Laat me weten als je iets voor me hebt, ik bied Flapjacks aan ter compensatie 🙂

JV


Tijdig Jacob, tijdig.

Op woensdag 12 juni organiseerde GVAV weer zijn jaarlijkse clubkampioenschap. En zoals het een clubkampioenschap betaamt gaat het vooral om de saamhorigheid, gezelligheid en een lekker avondje sporten. En in alle drie werd ik ruimschoots voorzien.

Vers van de Feanster 40 leek het me ook een goed idee om wat snelheidswerk te doen, en dan is zo’n trainingskoers de plek bij uitstek natuurlijk. Knie en teen leken goed mee te werken, dus ik kon er gewoon weer tegenaan. Helaas speelden ander ezaken mij parten, maar daarover later meer.

Eerst de setting schetsen; in Garnwerd, een klein dorpje ongeveer een half uurtje fietsen buiten Groningen, word al sinds jaar en dag dit CK gehouden. In een bijzondere vorm, no less; het is geen standaard triathlon, maar een triathlon in delen.
Het zwemmen, fietsen en lopen wordt afgelegd per onderdeel, waarbij er steeds herstarts plaatsvinden. Dus zwemmen, rustig omkleden, verplaatsen naar het fietsparcours, fietsen, omkleden, nu ja, jullie snappen het plaatje. De uitslag wordt vervolgens niet bepaald op basis van tijden, maar op basis van notering. Dus 1e plaats krijgt 1 punt, 2e plaats 2, etcetera. Diegen die na 3 onderdelen de minste punten heeft, wint. Een apart systeem waar wat haken en ogen aanzitten, maar dat wel zorgt voor koers.

De uitspanning waar we normaal gesproken te gast zijn is niet beschikbaar vanwege grootscheepse verbouwing, maar gelukkig is er 3 salto’s verderop nog een grote horecagelegenheid. Als niet-Groninger van origine was dit voor mij enigszins verrassend, maar blijkbaar is Garnwerd voor jong- en oud “the place to be” voor wat “ommlands plezier”.

Ik ga op het fietsje heen, na een hectische dag. Ik ben niet 100% en ren de hele dag al toiletje in, toiletje uit. Op de heenweg heb ik flinke wind mee, dat beloofd wat voor de weg terug. Aangekomen realiseer ik me dat ik mijn geld en mijn fietslamp ben vergeten, dus ik moet al mijn charmes in de strijd gooien om Pater Familias Anton te overtuigen dat ik het geld zsm op zijn rekening stort, want zonder eten kan ik natuurlijk niet naar huis!

Het omkleden is in een echte boerenschuur, eentje waar Henk Jan Dolsma niet had misstaan. Maar helaas moeten we het zonder hem doen. Voornaamste concurrent van vorig jaar Florian schakelt zichzelf weer uit. Vorig jaar was hij te laat, dit keer doet hij niet mee, maar komt kijken samen met zoon. Dus is de voornaamste uitdager voor de felbegeerde trofee Edwin Wiersema, die super gemotiveerd lijkt. Mooi.

Het zwemmen gaat redelijk. Het patroon van wc in/wc uit blijft vanavond en zowel bij het zwemmen als het fietsen voel ik me vlak. Ik zet aan in het begin, zie überzwemmer Erik Schröder voor me uit gaan en ik kan vrij makkelijk naar een 2e plaats zwemmen. Die is maar binnen.

Weer even naar de WC en ik start (ietwat rillerig) aan het fietsonderdeel. Ik kan nog steeds niet hard (staand) aanzetten maar kan redelijk doorrijden en haal vooral mensen in. Edwin is 30 seconden voor me gestart en ondanks dat ik 27.06 rijd op net geen 20km fietst hij een seconde of 20 van me weg. Hard!

Helaas 1 negatieve noot bij het fietsen; clubgenoot Sander wordt tijdens zijn fietsonderdeel van de fiets getrokken door lokale “kansen”jeugd. Zijn koers eindigd ter plekke, en zal het grootste deel van de avond op het politiebureau doorbrengen.

Na het laatste toiletbezoek voor het lopen begin ik me wat beter te voelen. Langzaam komt de energie terug en ik hoop een goed looponderdeel af te leveren. De concurrentie komt van Edwin, Anton Stempher en blijkt na een aantal 100 meter, nieuwe aanwinst Marthijs van Ark. Edwin neemt brutaal de leiding, maar moet dit ook al snel weer bekopen. Anton neemt over maar pusht niet door, ik besluit een gestrekt tempo te blijven lopen en vanaf dan loop ik op kop. Dit blijft zo op het prachtige parcours door het Groningse landschap. Anton moet er na verloop van tijd af (ondanks de door experts aan hem toegekende topfavoriet status) en ik blijf alleen over met Marthijs. Ik versnel nog 1 keer 500 meter voor de streep en kan het afmaken. Toch nog een onderdeel winst!

Uiteindelijk Clubkampioen, voor Edwin Wiersema en op de gedeelde 3e plaats Marcel Ten Wolde/Anton Stempher.

Helaas geen douchen dit jaar, maar wel een stevig buffet en een nieuw podium. En als bonus kan ik meerijden met Florian en Bodi in de CycleTrend bus. Dus ik ben droog en veilig thuis aangekomen.

Uitslag: HIER
Foto’s: HIER


De eerste wedstrijd van het jaar! Lang gewacht, veel fysiek ongemak, maar het ongeduld won het van de voorzichtigheid.

Sinds oktober ben ik geblesseerd. Ik rol letterlijk van het ene in het andere. Na de Marathon van Berlijn blesseerde ik me goed op vakantieop Mallorca. Een stressfractuur aan mijn linkervoet. Eigen schuld dikke bult, had ik maar rust moeten nemen. 2 weken na Berlijn gaan trailrunnen bij de heuvels/bergen omhoog is niet het beste idee ooit in de geschiedenis van de mensheid.

Dat lieten we herstellen, en zo eind vorig jaar begonnen we weer rustig op te bouwen. Op een kwade ochtend onderweg naar de zwemtraining van GVAV Triathlon kreeg ik weer veel pijn. Veel gedoe en uiteindelijk een MRI via SMA Noord.

Wat bleek? In mijn Marinierstijd heb ik eens mijn 2e teen aan de linkervoet gebroken, daar eigenlijk al snel mee doorgelopen en dat teentje is een beetje een “scheef” teentje geworden. Buigt niet meer goed, staat een beetje raar.

Blijkt dat ik daar in de afgelopen jaren mijn kraakbeen uit heb gelopen. En in de opbouw na de stressfractuur werd dat extra belast. Dus Jacob via de Fysio op naar Henk Jager, de sportpodoloog. Deze had de oplossing. Zolen met een flinke bult onder mijn voorvoet, zodat de druk op de teen minder wordt.

En dat werkt goed. Heel goed zelfs. Maar in ons enthousiasme deden we vergelijkbare zolen in mijn fietsschoenen. En als je daar dan de Amstel Gold Race mee gaat fietsen…..
Dan gaat je Tractus Iliotibialis naar de kloten. En dan kun je in de periode daarna niet zoveel fietsen als je zou willen.

Samenvatting: Bijna geen tempolooptraining gedaan sinds oktober en geen fietstempotraining gedaan sinds maart. En de knie/bovenbeen is nog steeds erg pijnlijk/gevoelig.

Maar dit is de Feanster 40. Een wedstrijd die ik won in 2005, 2009, 2010, 2011 en 2012. Ten Boer (die ik vorig jaar won) was op dezelfde dag en even had ik het idee om ze beiden te doen. Maar met de blessure was dat gewoon geen goed idee.

Een testwedstrijd. Kijken hoe het gaat.

Helaas alleen naar Surhuisterveen want het paste allemaal niet met de slaaptijden van Weda (en van zijn moeder 😉
Aangekomen was het weer als thuiskomen. Veel familie (Heit, Mem, Tante Janstje, Tante Klaske, Oom Bralt en Tante Dickie) en een dorp dat me altijd erg welkom heet.

Ik rijd het dorp binnen en je ziet de eerdere series voorbij komen, 213 inschrijvers!! Uitgestapt hoor ik mijn favoriete speaker Harm Noor alles alweer aan elkaar praten. Harm is ondanks fysiek ongemak overal, piekfijn voorbereid en heeft oog voor atleet en omstandigheden. En is bovenal een topkerel. Dus ben je op zoek naar een speaker; dit is je man!

De tegenstand is serieus. Een flinke afvaardiging vanuit Drachten en omkriten. Menno Iedema, Rene Jaasma, Ralf de Jong en Anton Theo Borger. Maar vooral de eerste is gevaarlijk.

Snel alles klaargezet en daar zien we al de winnares; Esther de Vries. Zij heeft wat minder tegenstand maar zal de hele dag met tegenslag om moeten gaan. Wel/geen pak, een man die DNS doet, aanlopende wielen, alles. Maar toch een parcoursrecord!

Op het laatste moment komt hardzwemmer Thomas Veltman nog aansluiten. Hij mag voorop, Menno volgt en ik erachteraan. Ik heb geen idee hoelang ik meekan, maar dat blijkt heel lang. Het doubleren van de dames gaat hen wat makkelijker af, en dat kost me veel energie, maar uiteindelijk kom ik er kort achter uit, in een PR. 13.30 over de mat, 13.20 aan de muur. Happy!

Nu het belangrijkste; het fietsen. Houdt die knie het? Menno en ik waren het er bij het inlopen al over eens. Als ik het verschil niet kan maken bij het fietsen, wordt het moeilijk. Al snel merk ik dat de benen er nog niet zijn. Ik kan nog niet staan of versnellen, en alleen tegen de wind in kom ik dichterbij. We wisselen de kop af, maar Menno fietst erg sterk.

De laatste rond probeer ik nog wat, maar het mag niet baten. Samen het parc ferme in. Oei.

Ik wissel weer sneller (achteraf zie ik dat ik beide wissels de snelste tijd van het veld heb. Seriously?) maar als snel komt hij er naast en er voorbij. Een vanaf dat moment loopt hij langzaam van mij weg. Ik werk vanaf het begin, maar de benen zijn erg matig. Het gebrek aan harde trainingsmeters en wedstrijdritme breekt me op en ik kan niet echt snelheid maken.

Uiteindelijk loopt Menno 40 seconden van me weg en evenaart hij mijn parcoursrecord. Ik troost me met de gedachte dat hij met hoogvorm zit tussen de afgelaste WK Lang in Belfort en het NK Sprint te Amsterdam. En ik heb serieus géén hoogvorm.

Positief: Nog nooit zo snel gezwommen. Knie heeft het gehouden. Best wel goede totaaltijd, paar seconden langzamer dan succesjaar 2010. De terugkeer van mamma Jenneke in de triathlon. Een oud teamgenoot van het voetbal tegenkomen die nu snoeihard wielrent; Aalzen Alma. Gezelligheid met familie.
Negatief: Ach, eigenlijk niks. Nait soez’n.

2e dus. Ook wel eens mooi. Volgend jaar moet dat maar weer anders.

Uitslag


Moet me toch wat van het hart.

Wielrenners. Op de weg. Zonder helm.

Als je nu bij jezelf denkt: “oh jee, krijgen we nu een preek”? Dan heb je gelijk. De kerkdeuren staan open, neem plaats. De dienst vangt aan. De collecte is later.

De eerste aanzet van dit stuk is al gezet in april, lees ik als ik naar de tijdsnotering kijk behorende bij de opgeslagen ruwe tekst. Toen waren er al verdwaalde mooie dagen (kan me zo niet meer herinneren, maar wellicht is dat de alzheimer-light, of toch de Lariam), waarop meer of minder recreatieve wielrenners hun dierbare ros weer voor een rondje rondom de kerk (jaja) mee naar buiten namen.

Niet alleen de mooiweerfietsers, maar ook de wat getraindere mannen en vrouwen (te zien aan tenue behorende aan een wielerclub en bijbehorende attitude. Niet per sé slecht, maar een geoefend oog herkend dat al snel, dat spreekt vanzelf 😉 ) fietsten rond zonder helm en met eventueel muts.

De afgelopen dagen zijn het vooral de recreatieve mooiweerfietsers die zich zonder helm op de weg wagen.

Iedereen mag dat toch zelf weten? Als ik val heb ik alleen mezelf er toch mee?

Ik ben vrij liberaal van inslag, maar ik wil een klein verhaal vertellen wat onderbouwd waarom ik vind dat iedere wielrenner een helm op moet doen.

In 2011, in opbouw naar Ironman Frankfurt ben ik stad en lang afgereisd om mooie toertochten te doen. In het oosten en zuiden, om maar zoveel mogelijk kilometers te maken met heuvels en tempo.
In het voorjaar deed ik mee aan de Klimtoertocht vanuit Ermelo. 180km, 1500 hoogtemeters. Heerlijk weer.

Ik was er alleen en langzaam maar zeker verzamel je wat mensen om je heen die hetzelfde tempo fietsten. We waren uiteindelijk met zijn vieren, en in de laatste kilometers was het koers. De oplettende lezer heeft dan door dat het 4 mannelijke wielrenners waren die door de Ermelose bossen vlogen, want de testosteron spatte er vanaf.

Dus het plaatje is geschetst; 4 mannen tussen de 25 en 50, met een vaartje flink in de 40 die over smalle fietspaden richting de finish vlogen. Op enig moment haalden we 2 “gewone” fietsers in. Ik lag op kop en na mij kwamen de nummers 2 en 3 er vlot achteraan. Maar nummer 4 niet.

Nummer 4 was al wat ouder en eerder vertelde hij me dat hij in training was voor een extreem lange tocht in Noorwegen. 400 of 500km non-stop. Hij was een diesel en duidelijk vermoeid door het hoge tempo. Hij hing dus aan het “elastiek”. In zijn vermoeidheid maakte hij een inschattingsfout. Hij passeerde de 2 fietsers terwijl van de andere kant een andere fietser ons tegemoet kwam.

Nummer 4 kwam kneiterhard in botsing met deze man van in de tachtig en beiden vlogen in de rondte en kwamen hard in aanraking met de grond.

Even later was ik bezig het hoofd van de nummer 4 stabiel te houden, terwijl hij daar lag met een helm die dwars door midden was.

De oude man werd toen al geholpen door 2 twee fietsers die wij passeerden, welke 2 verpleegkundigen bleken te zijn. De ambulances kwamen snel en vooral de oude man lag moeilijk. Nummer 4 had duidelijk een blackout gehad, was van de kaart, kon zich niets meer herinneren, viel steeds in herhaling.

Nadat ze beiden waren afgevoerd door de hulpdiensten zijn nummers 1 tot en met 3 maar aangefietst op de finish. ‘s Avonds las ik in het locale nieuws dat een 82 jarige Ermelose man was komen te overlijden na een botsing op de fiets. Van nummer 4 heb ik niets meer vernomen, maar ik hoop dat het goed met hem gaat. Ik hoop dat hij die tocht nog even kunnen doen, in goede gezondheid.

Wat ik in ieder geval weet, is dat het zeker niet goed met hem was gegaan als hij geen helm op had gehad. En ik weet ook zeker dat als jij op je racefiets valt (en dat kan ons allemaal gebeuren), dat het iemand anders is die jouw hoofd moet stabiliseren of erger. En dan zit je beiden in een situatie waarin je niet wil zijn.

Dus zet die helm op.


Er is nieuws!

De medische mallemolen heeft een verrassende wending gegeven aan de verhaallijn.

Na een MRI in het Martini ziekenhuis, kwam in de loop van vorige week de uitslag. Staand in Jumbo, waardoor zitten geen optie was, vertelde Sportarts Stijn de Bruijn van het SMA Noord me dat er geen breuk (meer) zit op de plek van de stressfractuur.

Crowd goes wild

Maaaaarrrrrrrr, waarom heb ik dan pijn?

10 jaar geleden brak ik de 2e teen in mijn linkervoet. Daar ben ik te vroeg en te veel weer mee gaan lopen. Deels eigen keus, deels omdat een gebroken teen aanstellerij is als je bij de Mariniers zit. Die teen is grotendeels immobiel, heeft een verdikt bot en, bleek uit de MRI, is grotendeels zonder kraakbeen.

Nou en

Positief: ik kan niets ( nog meer) kapotmaken. Bot op bot doet pijn, en heeft er waarschijnlijk toe geleid dat ik iets anders ben gaan lopen, waardoor mijn voet anders werd belast, waardoor plekken in mijn middenvoet pijn gingen doen.

Samen met fysio Dannie van Fysiosportief en Henk Jager van Sportpodologie Henk Jager gaan we op zoek naar een manier om mijn loopstijl aan te passen zodat ik toch alles eruit kan halen.

Dus?

Keep calm

Ik houd jullie op de hoogte!


Geïnspireerd door Eigenwijzerman bedacht ik me dat het een goed idee zou zijn om een blog vanaf de bank te schrijven.
Niet een lekkere comfortabele wegdroombank zoals die van Richard, maar een harde bank.

Donderdagmiddag lag ik op de bank bij de sportarts, die me nieuws gaf waar ik niet op zat te wachten, maar al wel sterk vermoedde. “De voet” is terug. Die voet begint een heel eigen leven te leiden. Heeft ook een eigen persoonlijkheid (niet een leuke), en komt met enige regelmaat terug in mijn gesprekken. Of in de laatste week, alleen maar.

Een stressfractuur in de voet is één of meerdere haarscheurtjes in een botje, meestal middenvoetbeentje, in je voorvoet, met dank aan langdurige overbelasting. Het wordt ook wel een vermoeidheidsbreuk genoemd.

De behandelmethode is simpel; rust.
Over hoe die rust wordt uitgevoerd verschillen de meningen nog wel eens. Wel gips/niet gips, wel andere training/niet andere training, wel koelen/niet koelen. We hebben in ieder geval keuzes.

In oktober heb ik deur nummer 1 genomen. 8 weken niet lopen, wel zwemmen/fietsen/krachttraining, en rustig opbouwen daarna. Dat leek geweldig te gaan. Pijntje hier of daar, maar we zaten alweer ruim over de 90 minuten rennen (max z2) heen.

En toen krak.

´s Ochtends vroeg om 0700 toen ik zaterdag naar de zwemtraining te Helperbad ging voelde `de Voet` al niet lekker. Kan gebeuren, geen erg. Dacht ik. Op de terugweg werd ik al wat ongemakkelijker. Na de training begon het pas echt.

In de dagen daarna werd de pijn eerst erger, daarna langzaam weer minder. Ook na het bezoek donderdag wordt het steeds iets beter. Maar risico gaan we niet nemen. Geen looptrainingen voor mij voorlopig. Zekerheid heb ik nodig. En die ga ik krijgen door middel van een MRI in het Martini ziekenhuis.

Er is een sprankje hoop. Is wel miniem hoor. Ik blijf nog even liggen op de bank denk ik.


Het is een beetje laat voor goede voornemens, maar hier is er toch 1; vaker schrijven. Het is de keerzijde van mijn andere eeuwige doel; meer lezen.

De eerste laaide deze keer op door verslaggeving in de Tritanium Times die me weer met de neus op de feiten drukte. Ik schrijf hier te weinig. Is jammer.
En aangezien ik van heldere doelstellingen hou, is hier er eentje: t/m augustus in ieder geval 21 stukjes. Dat zijn er gemiddeld 3 per maand. Moet kunnen.

Hier de eerste. Van A naar het volgende punt. Vandaag van huis (Groningen) naar zo ver mogelijk.
Een verjaardag in Castricum, een vertrek om 0800 en de Afsluitdijk als minimaal doel.

Uiteindelijk na 5u21 Suzanne en Weda getroffen in Wieringerwerf. Lang geleden dat ik zo lang op een fiets zat. Maar het voelt zo goed. Heb het gemist. Er zit een gat in mijn ziel in de vorm van de lange duurrit.
Glijden door het landschap. Te snel om er onderdeel van te zijn, langzaam genoeg om het te ervaren.

De benen voelen sterk, al kan dat ook met de lichte, niet aflatende meewind te maken hebben.

Details.

5.21. Norseman’s fietsonderdeel zal langer durend zijn.

De A is er (weer). Op naar B(am!).

Uncategorized

“Because it’s there”.

Een uitspraak die onterecht wel eens wordt toegeschreven aan Sir Edmund Hillary, de eerste (blanke) man bovenop de Mount Everest, ter verklaring van waarom hij toch zou nodig bovenop die berg moest staan.

In realiteit komt deze opmerking uit de koker van George Mallory, een Britse bergbeklimmer die drie pogingen deed Everest te bedwingen, maar die uiteindelijk bij de 3e poging een paar honderd meter van de top overleed, zonder (naar alle waarschijnlijkheid) de top ooit te hebben betreden.

Food for thought.
Na Hawaii kwam ik op een rare mentale plek terecht. Alles wat ik me jaren geleden ten doel had gesteld was gelukt, met een boel extra ook. Sub 9 op een Ironman, top 10 NK, Hawaii kwalificatie en deelname. En dat terwijl ik een (dubbele) studie deed, (fulltime) werkte en ook nog wat andere dingen probeerde te jongleren (met gemengd succes). Ik was tevreden met de resultaten, laten we het daarop houden.

Maar als je 15 jaar lang superdoelgericht hebt getraind (eerst voor mijn werk als Marinier, daarna voor mijn triathlondoelen) dan is het doelloze ineens erg veel ruimte. En daarnaast was er meer. Een zoon.
Prioriteiten verschoven en ik was niet meer mezelf. Altijd heb ik gezegd dat mocht ik ooit in een rolstoel terecht komen, ik dan wel weer een manier, een doel vind om mezelf te prikkelen. Uit te dagen. Prestaties te leveren.

Nu was dat weg. Geen zin. Thuis ook leuk. Kijk daar. Eet hier.

Maar zoiets kan niet duren. Zoals Sam Cooke al zong “A change is gonna come“. Maar daar is wel wat voor nodig. Nieuwe doelen. Nog hoger, gekker, dommer misschien.

Genoeg getreuzel:

In 2013 ga ik weer proberen alles eruit te halen in 2 heldere fases;

Fase 1: Challenge Roth. Een van dé klassiekers in onze sport. Een van de grootste wedstrijden ter wereld (3000+ deelnemers, 200.000+ toeschouwers). Een van de snelste wedstrijden ter wereld (snelste tijd ooit is op dit parcours neergezet).

Doel: PR (dus onder de 8.41) en als alles meezit onder die magische 8.30 grens kruipen.

Filmpje:

Maar dat is nog maar het begin.

Fase 2: Norseman Extreme Triathlon.

3,8km zwemmen in koud fjordwater. 180km fietsen met 3500hm in buitengewoon mooi en uitdagend terrein in Noorwegen. 42,2km lopen, met 1500hm en een finish bovenop de Gaustatoppen, 1880m boven zeeniveau. Met recht een van de zwaarste triathlons ter wereld. 3 weken na Challenge Roth. Omdat de berg eris.

Doel: Een zwart shirt.

Het filmpje zegt alles.


In de woorden van de groote filosoof HJ Dolsma; Hey, Ho, Let’s Go.